Ga naar hoofdinhoud
    Geplaatst: Initiatiefnemer:Sociaal en Cultureel Planbureau Term:Mantelzorg Datum initiatief:1 juni 2022

Onderzoek | Rapport kerncijfers jonge mantelzorgers in NL

Ongeveer een half miljoen jongeren van 16 tot en met 24 jaar zorgt voor een naaste met gezondheidsproblemen: in totaal gaat het om één op de vier jongeren. Dat blijkt uit nieuwe cijfers die het Sociaal en Cultureel Planbureau (SCP) in de Week van de Jonge Mantelzorger publiceert. Dit gaat vaak goed, maar niet altijd. Eén op de drie jonge mantelzorgers voelt zich matig of ernstig belast. Het geven van mantelzorg heeft consequenties voor het welzijn en de toekomst van die jongeren. Een maatschappelijke discussie over de wenselijkheid daarvan is nodig, vindt het SCP.

Cijfers jongeren met mantelzorgtaken uitgelicht

Ruim een kwart van de 16-24-jarigen geeft hulp aan een zieke naaste. Het gaat om ongeveer 500.000 jonge mensen. Bijna een derde van de jonge mantelzorgers geeft intensieve hulp (minstens vier uur per week). Jongeren geven hulp aan een gemêleerde groep; de helft helpt iemand met een (al dan niet tijdelijke) lichamelijke beperking. 18% geeft hulp aan een persoon met psychische of psychosociale problemen. Het aandeel jongeren dat iemand met een verstandelijke beperking helpt is relatief klein (6%). 8% biedt hulp aan een persoon met dementie of geheugenproblemen. Het gaat dan bijvoorbeeld om hulp aan een grootouder.

Studeren met mantelzorgtaken

Ongeveer driekwart van de jongeren die nu hulp geven, volgt momenteel een opleiding (230.000 personen). Slechts 9% van de jongeren die helpen, beschouwt zichzelf als mantelzorger. Dat helpende jongeren zichzelf meestal niet als mantelzorger zien, kan betekenen dat zij niet zo snel op zoek zullen gaan naar ondersteuning of hulp wanneer zij zelf een hulpvraag hebben. Uit het onderzoek blijkt dat een op de vijf jongeren de opleiding (bijvoorbeeld de mentor) op de hoogte hebben gesteld van de hulpverlening. Driekwart heeft het geven van hulp niet gemeld en 5% weet het niet.

De combinatie van het volgen van onderwijs en hulp geven kan voor een agenda- of energieprobleem zorgen. Een op de vier rapporteert dat zij door de hulp minstens maandelijks onvoldoende tijd hebben besteed aan huiswerk, de voorbereiding van lessen of opdrachten. Daarnaast zegt een op de tien van deze studenten met zorgtaken dat zij maandelijks of vaker (deels) lessen missen. De overige respondenten melden dat dat zelden of nooit het geval is. Uit onderzoek onder studenten op een universiteit bleek dat zorgende studenten, vergeleken met studenten die geen hulp geven, minder goede studie-uitkomsten rapporteren (Van Tienen et al. 2018).

Specificaties

Back To Top