Onlangs bracht kinder- en jeugdpsychiater Liza Sonneveld in kaart hoe inclusief de ggz is voor lhbtiq+-personen. Daaruit blijkt dat een deel van de zorgverleners te weinig kennis en vaardigheden heeft ten opzichte van deze groep. Hulpverleners stellen vaak vragen vanuit een heteronormatief perspectief. Als iemand zich niet als hetero identificeert, of daar twijfels over heeft, loopt het gesprek al snel stuk en zal de jongere hier niet snel zelf over beginnen.
Meer trauma en psychische klachten
Trauma en psychische klachten zoals angst, depressie en suïcidaliteit komen vaker voor onder lhbt+-jongeren dan bij hetero- en cisgenderjongeren. Lhbtiq+-personen kunnen te maken krijgen met minderheidsstress. Dat is – zoals de naam al zegt – een vorm van stress die minderheidsgroepen kunnen ervaren door bijvoorbeeld uitsluiting en lhbtiq+-fobie. Die stress hangt sterk samen met psychische problemen bij lhbtiq+-jongeren, zoals angst en depressie. Daarnaast hebben lhbtiq+-personen meer kans op het meemaken van traumatische ervaringen. Denk aan pesten, mishandeling, emotionele verwaarlozing, gericht anti-lhbtiq+-geweld en seksueel misbruik.