Welke leerling- en omgevingsfactoren zijn te identificeren als het gaat om gelijke kansen in het onderwijs? Met deze onderzoeksvraag ging het Verwey-Jonker Instituut aan de slag in opdracht van de Gelijke Kansen Alliantie.
Het Nederlandse onderwijs wordt in het algemeen gezien als een kwalitatief goed systeem. Toch zijn er mechanismen die zorgen voor kansenongelijkheid bij verschillende groepen leerlingen en slaagt het onderwijs er niet in om deze het hoofd te bieden. In sommige gevallen levert het onderwijs zelfs een bijdrage aan de groei van kansenongelijkheid. Dit staat niet op zichzelf. De ongelijkheid hangt vaak nauw samen met de cognitieve en sociaal-emotionele behoeften van de leerlingen, de omgeving en het maatschappelijke discours.
Het onderzoek heeft geleid tot de ontwikkeling van een 30-factorenoverzicht. De dertig factoren worden onderverdeel in vijf niveaus: leerling, familie, school, wijk en samenleving.
Tip: Een overzicht van kennis uit wetenschappelijk onderzoek rondom welbevinden en welzijn, vind je op www.onderwijskennis.nl.